Stakingsacties SNCF vanaf woensdag 04/12/2018 om 20u00
De Franse spoorwegmaatschappij SNCF heeft stakingsacties aangekondigd vanaf woensdag 4 december om 20u00 op het Franse spoornet. Dit betekent dat het spoorwegverkeer vanaf dit moment ernstig verstoord kan zijn in Frankrijk.
Dit zal ook gevolgen hebben voor het internationale treinverkeer van en naar België.
Verschillende spoorwegmaatschappijen (SNCF, Thalys, Eurostar, IZY) zullen hun vervoersplan aanpassen voor de periode van donderdag 5 december tot en met maandag 9 december.
Het is op dit moment echter nog onduidelijk hoe lang deze stakingsacties zullen duren en wat precies de hinder zal zijn.
Heb je in deze periode een internationale treinreis gepland en rijdt je trein (gedeeltelijk) over het Franse spoornet? Dan neem je best contact op met de betrokken spoorwegmaatschappij(en) of met de onderneming bij wie je je reis hebt geboekt.
Op de websites van sommige spoorwegondernemingen kan je bijkomende informatie terugvinden.
In ons jaarverslag 2018 hebben wij samengevat wat de rechten zijn van de reizigers in deze situatie.
Onderaan dit artikel vind je het bewuste fragment.
Ondervind je problemen als gevolg van de staking in Frankrijk? Je dient best een klacht in bij de betrokken spoorwegmaatschappij. Als je niet tevreden bent met de oplossing die je wordt aangeboden, kan je contact opnemen met Ombudsrail. Wij zullen je klacht verder onderzoeken.
Fragment uit jaarverslag 2018 p.24-27 (3.1.3. De rechten van internationale treinreizigers in geval van staking):
Welke rechten hebben de reizigers in deze gevallen? Ons lijkt het belangrijk om deze rechten duidelijk samen te vatten, want een slecht geïnformeerde reiziger kan al snel een ontevreden reiziger worden.
Europese Verordening 1371/2007 over de rechten en de plichten van treinreizigers pakt dit probleem vrij accuraat aan. Dit is de tekst:
Artikel 16: Terugbetaling of vervoer langs een andere route
Indien redelijkerwijs verwacht kan worden dat de vertraging bij aankomst op de eindbestemming krachtens de vervoerovereenkomst meer dan 60 minuten zal bedragen, krijgt de reiziger onmiddellijk de keuze tussen:
a) terugbetaling van de volledige kostprijs van het vervoerbewijs, onder de voorwaarden waarop het is betaald, voor de niet gemaakte gedeelten van hun reis en voor de reeds gemaakte gedeelten indien de reis niet langer aan enige bedoeling beantwoordt in verband met het oorspronkelijke reisplan van de reiziger, samen met, voor zover relevant, een retourdienst naar het eerste vertrekpunt bij de vroegste gelegenheid.(…); of
b) voortzetting van de reis langs de gebruikelijke of langs een andere route, onder vergelijkbare vervoersomstandigheden, naar de eindbestemming bij de vroegste gelegenheid; of
c) voortzetting van de reis langs de gebruikelijke of langs een andere route, onder vergelijkbare vervoersvoorwaarden, naar de eindbestemming op een latere datum wanneer het de reiziger schikt.
Artikel 17: Vergoeding van de prijs van het vervoerbewijs
1. Zonder het recht op vervoer te verliezen kan een reiziger de spoorwegonderneming om schadevergoeding voor een vertraging verzoeken indien hij tussen de op het vervoerbewijs vermelde punten van vertrek en van bestemming geconfronteerd wordt met een vertraging waarvoor het vervoerbewijs niet overeenkomstig artikel 16 is terugbetaald. De minimumvergoedingen voor vertragingen zijn als volgt:
a) 25 % van de prijs van het vervoerbewijs bij een vertraging van 60 tot en met 119 minuten;
b) 50% van de prijs van het vervoerbewijs bij een vertraging van 120 minuten of meer.
[…]
4. De reiziger heeft geen recht op schadevergoeding indien hij alvorens het vervoerbewijs te kopen op de hoogte is gesteld van de vertraging, of indien de aankomsttijd door voortzetting met een andere dienst of langs een andere route minder dan 60 minuten werd vertraagd.
De Europese Verordening gaat nog verder. Artikel 18 van Verordening 1371/2007 handelt over bijstand. Vanaf een vertraging van 60 minuten is deze bepaling steeds van toepassing, zelfs bij overmacht. Ook moeten de reizigers “op de hoogte gehouden (worden) van de situatie en van de verwachte vertrektijd en de verwachte aankomsttijd”, “in geval van vertraging (…) van meer dan 60 minuten worden tevens aan de reizigers gratis aangeboden:
a) maaltijden en verfrissingen die in een redelijke verhouding staan tot de wachttijd, indien ze in de trein of in het station beschikbaar zijn of redelijkerwijs kunnen worden aangeleverd;
b) hotel- of ander verblijf en vervoer tussen het spoorwegstation en de plaats van het verblijf in gevallen waarin een verblijf van een of meer nachten noodzakelijk wordt of een bijkomend verblijf noodzakelijk wordt, voor zover en indien zulks fysiek mogelijk is;
c) indien de trein geblokkeerd wordt op het spoor, vervoer van de trein naar het spoorwegstation, naar het alternatieve vertrekpunt of naar de eindbestemming van de dienst, voor zover en indien zulks fysiek mogelijk is.”
Volledigheidshalve melden we dat artikel 32 van het CIV (uniforme Regelen betreffende de overeenkomst van internationaal spoorwegvervoer van reizigers en bagage, bijlage bij 1371/2007) bepaalt dat, als het voortzetten van de reis op dezelfde dag onmogelijk is, “de schadevergoeding de redelijke kosten voor overnachting en voor het waarschuwen van personen die de reiziger verwachten omvat.” Merk op dat dit artikel niet van toepassing is bij overmacht.
Tot zover de theorie. In de praktijk kunnen de reizigers hun keuzes maar beter goed overwegen:
a) als het oorspronkelijk vervoerbewijs ingeruild wordt voor een reis op een andere datum (wat eigenlijk neerkomt op een terugbetaling van het oorspronkelijke biljet, gevolgd door de aankoop van een nieuw treinticket), betekent dit vaak meerkosten voor de reiziger (bijvoorbeeld door duurdere vervoerbewijzen of een extra hotelovernachting). Bovendien vervalt het recht op compensatie voor vertraging (annulering) van de initieel beoogde trein;
b) als de reiziger de treinreis stopzet en voor een ander transportmiddel kiest, worden de treinbiljetten terugbetaald maar in geen geval de andere kosten (bijvoorbeeld huurauto of vliegtuig);
c) als de reiziger de treinreis voortzet, al dan niet via een andere reisweg, op dezelfde datum of later, zijn er geen extra kosten maar is er ook geen garantie op een zitplaats;
Hierbij een voorbeeld: onze imaginaire klant kocht een treinbiljet Avignon-Brussel (van pakweg 150 euro), geldig op 5 mei, een datum die zich nu als een stakingsdag voor het spoor aankondigt. Onzekerheid heerst en niemand kan zeggen of de trein al dan niet zal rijden, laat staan zoals voorzien.
a) De reiziger beslist om de biljetten in te ruilen voor de dag erna (prijs nieuw biljet: 240 euro). Een extra hotelovernachting is daarbij nodig (prijs 110 euro). Bijkomende kosten: 240 - 150 + 110 = 200 euro.
b) De reiziger huurt een auto (kostprijs 750 euro). Tussenkomen in deze kosten wil de spoorwegonderneming niet. Als u niet vooraf een terugbetaling heeft gevraagd en achteraf blijkt dat de trein toch reed, zonder al te grote vertraging, zal een terugbetaling van de vervoerbewijzen ook niet gebeuren.
c) De reiziger kiest ervoor om de reis voort te zetten, desnoods zonder zitplaats. De trein blijkt geschrapt en dus wordt het de volgende (vier uur later). De klant kan een vergoeding aanvragen van 50% van de prijs van het treinbiljet (aangezien de vertraging meer dan 120 minuten bedraagt), wat hier neerkomt op een terugbetaling van 75 euro.
Stel dat een staking het treinverkeer volledig lamlegt, dan moet de spoorwegmaatschappij aan reizigers bijstand verlenen (maaltijden, verfrissing, onderdak).
* Alle info uit dit bericht is gebaseerd op gegevens die wij op het moment van publicatie ter beschikking hebben. Ombudsrail is niet verantwoordelijk voor onjuistheden ten gevolge van gewijzigde informatie.